Achtergrondverhaal bij de Urker Vissersschepen

Achtergrondverhaal Hulpvloot 1953: Urker vissersschepen
**Netwerk reportage uit 2003**_ **’De mensen hangen hier in de bomen. De dijken zijn door. Kom ons helpen.’ Schipper Lou Hoefnagel van de Urker kotter UK 41 ‘Sumus Umbra’ ving in de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953 deze noodkreet op. Hoefnagel lag met zijn kotter in Breskens en de boodschap kwam via een scheepszender vanaf het jacht ‘May Be’ in het Zuid-Hollandse Hellevoetsluis.** Deze noodkreet was het begin van een grootscheepse reddingsactie van de Urker vissers tijdens de watersnoodramp nu zestig jaar geleden. Met hun zendapparatuur vormden de Urkers al snel de belangrijke schakel tussen het rampgebied en de rest van Nederland, waar de omvang van de ramp maar heel langzaam doordrong. NCRV’s Netwerk reconstrueerde in de uitzending de cruciale rol die de Urkers speelden tijdens de reddingsacties in het ondergelopen gebied. Bij de ramp, veroorzaakt door een zware orkaan en een vloedgolf, verloren 1835 mensen het leven. Daarmee is de watersnoodramp de grootste ramp uit de Nederlandse geschiedenis. Programmamaker Frank du Mosch van Netwerk stuitte bij toeval op het ‘onbekende’ verhaal van de Urker Vissers. ,,In een blad van de reddingsmaatschappij KNRM las ik over een tocht van de reddingboot van Stellendam die lang op zee actief is geweest na de ramp. In diezelfde tijd was ook net een boek uitgekomen van Hans Beukema over de schepen die op zee in nood waren tijdens de watersnoodramp. In dat boek stond een stukje over de Urker vissers en dat was een indrukwekkend verhaal.” De Urker vissers lagen in die jaren in de winter met hun boten in Breskens voor de haringvaart voor de Belgische kust. In het bewuste rampenweekeinde waren alle bemanningen naar Urk, op één na. De drie broers Lou, Feike en Jan Hoefnagel waren te laat binnengelopen met hun UK 41 Sumus Umbra. Een oom van de Hoefnagels zat op zee met een sleepboot en Lou zette tijdens de stormnacht de scheepszender aan. In plaats van een bericht van zijn oom, hoorde Lou de noodoproep van het **jacht Maybe** in Hellevoetsluis. Dat blijkt achteraf de allereerste noodoproep geweest te zijn. Urker vissersvrouwen hadden thuis standaard de radio-ontvanger aanstaan en vingen het gesprek op. Die Zondagochtend is op Urk vanaf de kansel alarm geslagen en twee bussen vol Urker vissers zijn direct naar Breskens afgereisd. Dat was een tocht van acht uur via Antwerpen. De Urkers zijn richting Schouwen-Duiveland gevaren en realiseerden zich al snel dat ze levensreddend werk konden verrichten met hun zenders. Alle stroom en telefoonverbindingen waren immers op het eiland uitgevallen en de kotters stuurden via hun zendapparatuur hulpverzoeken vanaf de ondergelopen eilanden door naar Scheveningen Radio, dat een coördinerende rol speelde bij de hulpacties. ,,Zonder enige twijfel zijn er ontelbare mensenlevens gered door het werk van de Urker vissers”, vertelt Jaap de Haas, die tijdens de ramp als chef radiotelefonie van Scheveningen Radio contact had met de Sumus Umbra. In de Netwerk-uitzending keert Frank du Mosch met voormalig Urker vissers Feike Hoefnagel en Jan van de Berg terug naar Zeeland. Schipper Lou Hoefnagel is enkele jaren geleden overleden. Voor Feike Hoefnagel is het de tweede keer dat hij terugkeert naar het rampgebied. Hij herkent in Nieuwerkerk een plek waar een schuur voorbij gedreven moet zijn. Een inwoonster die op straat toevallig passeert, weet precies welke schuur Feike bedoelt. Ze weet ook te vertellen dat daar mensen in zaten…..